vrijdag 7 oktober 2011

De laatste dagen

Maar weer 2 dagen in één. Op woensdag gaan we weer vroeg op weg, eerst even propaan tanken op de campground, daarna een starbucks halen. Hierna rijden we Estes Park weer uit. De bedoeling is om uiteindelijk uit te komen in Idaho Springs en daar op een campground te overnachten. Eerst rijden we richting Boulder, dat schijnt een leuk centrum te hebben en dat willen we wel eens met eigen ogen aanschouwen. Ondanks dat de kaart een vergroting heeft van Boulder vinden we het centrum niet. Wel komen we een Mall tegen waar we even rondlopen maar niets kopen. Wanneer we weer op weg gaan naar de eindbestemming zien we het centrum wel, maar hebben geen zin meer om nog een parkeerplek te gaan zoeken voor onze camper.

We rijden via Nederland, in deze plaats maken we een stop en lopen we naar het Visitor centrum. Daar plaatsen we een pin op onze woonplaats op de kaart van Nederland. Er is net weer een nieuwe kaart op gehangen en we zijn de eerste. Hierna kijken we nog even of we een magneetje kunnen bemachtigen want dat hebben we nog niet van Nederland. En dan gaat de reis weer verder.

Onderweg komen we een afslag tegen naar Golden Gate Canyon state park, hier moet ook een campground staan dus we nemen de afslag. De weg is prachtig, maar voordat we het weten zijn we het state park weer uit en vinden we geen campground. Dan besluiten we om toch maar door te rijden naar Golden en daar dezelfde campground op te te zoeken als vorig jaar. Wanneer we daar zijn aangekomen, pakken we alvast 1 koffer in met dingen die we toch niet meer gaan gebruiken. ‘s Avonds rijden we naar een Outback steakhouse om te gaan eten. Het eten smaakt prima, wel apart is dat ik in de koffie beker (we nemen koffie toe) een soeplepel krijg om te roeren!

Op donderdag gaan we shoppen in Castle Rock. Hier koop ik een aantal dingen voor mezelf, maar haal ook nog wat voor de achterblijvers thuis. Ook kopen we nog een extra koffer die toch weer nodig is! Dan is het inmiddels al weer middag en rijden we naar Cherry Creek state park. Van vorig jaar weten we dat ze daar een prima campground hebben met alles erop en eraaan. Dit jaar hebben ze zelfs gratis wifi.

Alles wat nu ingepakt kan worden is inmiddels ingepakt. Wel komen we erachter dat het meenemen van een derde koffer bij Delta heel wat prijziger is dan vorig jaar bij United. Dat wordt volgend jaar dus weer met United vliegen of nog veel minder mee nemen.

‘s Avonds rijden we naar Loek en Gepke van het AA-forum om daar onze stoeltjes af te leveren zodat andere amerika-gangers die daar weer kunnen ophalen. We hebben daar heel gezellig een tijdje gezeten, en een lekker wijntje gedronken. Om 10 uur zijn we weer terug op de campground en gaan we na nog even gezeten te hebben toch maar snel het bed in.

Vandaag moeten we de camper inleveren en vliegen we weer terug naar huis. Zo de allerlaatste dingen inpakken, de camper opruimen en een beetje schoonmaken, en dan naar Roadbear.

We hebben weer een geweldige vakantie gehad, veel mooie dingen gezien en veel mooie routes gereden. Net als andere jaren roep ik nu weer dat we volgend jaar toch echt meer rust in moeten bouwen, en niet bijna iedere dag rijden. Want dat gaan wij toch wel merken na 4 weken rondrijden,het gaat je toch niet in je kouwe kleren zitten. De offerte voor volgend jaar is alweer aangevraagd, daar gaat zeer waarschijnlijk een rondje Las Vegas worden. Wat we dan precies willen gaan zien weten we nog niet maar ja, Las Vegas is dat jaar een verplichte stop.

woensdag 5 oktober 2011

15000 km schadevrij – Elks in the morning – ontbijt met donuts - paardrijden en een lynx

Net weer ff te laat op (half zeven of zo, jaah das te laat) en ook geen Elks of Muledeer in onze achtertuin bij de campground. En daar hadden we deze plek nu juist voor uitgekozen omdat ie zo geschikt leek om wildlife te zien. Maar we besluiten toch met de camper naar een paar plekken te rijden waar we ze nog wel kunnen zien. Als we dan de campground afrijden, zien we ineens een heleboel mensen rondom hun tenten staan. En verdomd, daar staan gewoon Elks midden tussen de tenten. In de B-loop. Dus als we hier nog een keer terugkomen dan gaan we in die loop staan. Zul je zien dat ze dan wel op de weide komen waar we nu bij staan.

060-elk-head
We rijden verder naar de Bear-lake road, waar ook nog een paar Elks staan. Maar hier gebeurt niets spectaculairs. Daarom keren we de camper en rijden naar Estes Park, waar we bij de McDonalds een ontbijtje pakken en Marja nog wat kan uploaden met de Hot-Spot. Een Starbucksje verder besluiten we langs de North-Entrance het park weer binnen te rijden. Daarvoor stoppen we ook nog even bij het Fall river visitor center (met souvenirwinkel er naast). Daar hangen een paar mooie vesten, maar die kosten ook wel aardig wat. Zo’n $ 160 en dat is met de huidige koers toch nog een aardig bedrag. Bovendien vraagt Marja zich af of dit een vest is dat je thuis ook nog wel zal dragen.

We rijden op de ingang van het park af en dan moet je tussen een paar (soort van) tothuisjes door. Daar moet je je pas laten zien en dan mag je door. Bij het aanrijden moet je heel goed oppassen dat je met je spiegel of de cap-over niet tegen zeg maar de dakgoot van zo’n huisje aanrijdt. Dat gaat goed. Ik toon onze pas en we kunnen doorrijden. En dan horen we ineens een schurend en bonkend geluid. Ik zit zo op het huisje aan mijn kant te letten, dat ik even het huisje aan de rechterkant uit het oog verloren ben. Om het linkerhuisje niet te raken, heb ik net even teveel naar rechts gestuurd. Snel de camper aan de kant en kijken wat er geraakt is. Blijkt de stang van het zonnescherm te zijn, die net een hoek van het huisje heeft geraakt. We gaan gelijk poetsen om te zien of we het bruin dat er op zit kunnen wegpoetsen. Voor een groot deel lukt dat, maar er zit ook een deukje en wat krassen in en op die stang. Die huisjes stonden ook wel erg dicht bij elkaar. Nou ja maar zien wat ze daar bij het afleveren van zeggen.

De middag doen we ff niets behalve kijken of het scherm nog verdere schade heeft opgelopen. Dat valt gelukkig mee. Tegen de avond willen we toch nog even kijken of er beneden in de Valley misschien nog wat te beleven valt.  Net buiten de campground is het al weer een drukte van jewelste. Dus de camper ook maar weer aan de kant gezet (dan hebben we nog geen kilometer gereden). En daar blijkt een bull-fight aan de gang te zijn. Een goeie plek zoeken om te filmen en een paar actiefoto’s te maken. In de hectiek draait Marja het indrukken van de knop op haar cam-corder om. Dus als ze denkt dat ze staat te filmen staat ie uit en andersom. Gevolg dat de mooie beelden die ze zag op het schermpje helaas niet worden opgeslagen. En uiteindelijk heeft ze een twee seconden beeld van dit gevecht. Jammer maar niks aan te doen. Ik zie ondanks de drukte nog kans op een paar mooie plaatjes te maken. Marja heeft aardig de ziekte in. Het zou ook wel een erg mooi filmpje geweest zijn.

057-fighting-bulls
’s-Avonds maar weer een steakje op de barbecue gelegd met een lekker bbq-salade erbij. Als we zitten te wachten tot de kooltjes heet genoeg zijn (het is inmiddels al vrijwel helemaal donker) hoort Marja geluiden van de weide afkomen. Het klinkt als geweien die tegen elkaar aantikken, maar ook als dieren die staan te grazen. We kunnen alleen niets zien. En omdat een van de rangers bij onze aankomst gisteren heeft gewaarschuwd voor “increased bear-activity” vragen we ons af of we daar misschien mee te maken hebben. Toch een beetje een vreemd gevoel. Maar als er dan een auto passeert die met zijn lichten even over de weide schijnt zien we dat we ons geen zorgen hoeven te maken: het is maar een kudde mule-deer.
Overigens hebben we deze middag aan het eind ons derde buitje van deze vakantie, met zelfs een heuse donderslag er bij. Maar dat is ook al weer snel voorbij en mag eigenlijk het predikaat bui niet hebben.

Om de kans te grijpen dat we misschien nog zo’n bullfight kunnen filmen sta ik vanochtend al om half zes naast het bed. Marja slaapt nog. Ik kijk even  naar buiten en zie dat het nog niet licht begin te worden, dus besluit ik nog even onder de warme dekens te kruipen. Maar echt slapen doe ik niet meer. Om vijf voor zes kruip ik er daarom maar uit. Marja vraagt wat ik doe. Nou, gister had je gezegd dat je er vandaag vroeg uitwilde om vroeg naar “beneden” te lopen om te zien of we nog wat kunnen filmen. Oh is dat zo.

Om half zeven lopen we, gewapend met de cam-corder op statief en de fotocamera het stukje naar de plek waar gister dat gevecht plaatsvond. Nog geen leven. Een eindje verder zien we een bull met een stuk of acht vrouwtjes aan de kant van de weg staan. In eerste instantie durven we niet goed door te lopen. Hij doet nl/ erg zijn best om zijn harem bij elkaar te houden. Maar als hij wil oversteken blijven een paar van de vrouwtjes achter. Dus weer terug naar die kant en dan blijven er aan de andere kant weer een paar staan. Het stel loopt vervolgens een heuveltje op en wij kunnen weer verder. Al snel begint het weer aardig druk te worden. Dan hebben we het over even na zevenen volgens mij. En er lopen jongens tussen met kanonnen van lenzen, gecamoufleerd en al, dat wil je niet weten. Er komen ook steeds auto’s bij. En als we een beetje dat heuveltje gerond hebben zien we dat de Elk en zijn harem waarschijnlijk daar de weg wil oversteken naar de grote weide daarachter. Maar al die mensen met hun camera’s en al die auto’s blokkeren eigenlijk zijn pad. Dan lopen er twee vrouwtjes toch naar de andere kant van de weg en hij er achteraan. Maar dan blijven er weer een paar dames achter. En de terugweg is zo langzamerhand helemaal afgesneden voor hem. Uiteindelijk heeft ie dan nog twee van de vrouwtjes bij zich in de buurt. Of hij zijn harem later weer compleet kan maken weten we niet. Maar ik heb bijna een beetje medelijden met hem, dat al die mensen hem in de weg staan om een goeie bull te zijn. Ze zouden wijzer moeten zijn.

056-elk-bull

Na dit intermezzo rijden we  Hierna rijden we naar Safeway (een soort Walmart) en kopen een paar lekkere donuts en een koffie bij Starbucks. Af en toe best een lekker ontbijtje. Als we onze eerste donut (ja we hebben er een paar meer gekocht) genuttigd hebben en de koffie op is rijden we toch maar naar de campground. Daar worden we door een man in een golfkart naar onze plek gereden. Maar die blijkt toch wel erg krap te zijn. Dus hij roept over de walkie-talkie het “front-office” op en geeft dit door. Dan krijgen we een andere plek toegewezen. Als er geen andere campers staan best een aardige plek. Maar het blijkt een campground te zijn, waar alles wel heel erg op elkaar wordt gestopt. Nou is het maar voor één nacht, dus is het voor ons geen probleem. Maar je zou hier niet langer moeten staan.
Voordat we alles installeren lopen we eerst naar de stable vlak naast de campground, want we willen vandaag gaan paardrijden. Tenminste Marja gaat paardrijden en ik ga proberen er niet af te vallen. Het is voor mij de eerste keer, terwijl Marja (wel al weer wat tijd geleden) 30 jaar heeft paardgereden. We spreken af voor ‘s-middags één uur.
Daarna weer terug naar de campground, camper installeren, een paar wassen draaien (dat moet ook gebeuren) en ons weer eens lekker opfrissen en aankleden voor de rit van vanmiddag.

Om ongeveer half een melden we ons bij de stable. We moeten een paar verklaringen ondertekenen over hoe goed we zijn, dat we geen helm willen dragen e.d. Dan is het tijd om de paarden te zadelen. De jongens en meiden die dat doen nemen er hun tijd voor. We horen laater van onze gids, een meisje van 18, dat ze 90 uur in de week werkt. Dus we kunnen ons daar iets bij voorstellen.
Eerst gaat de groep die een 3-uurs rit gaat maken van start en dan zijn wij aan de beurt. Als de paarden gezadeld zijn ben ik als eerste aan de beurt om het paard dat ze voor me hebben uitgekozen te bestijgen. Daarvoor wordt er een klein opstapje naast het paard gezet, waar gelukkig iedereen gebruik van maakt, krijg je het advies om het paard bij de manen te pakken, een voet in de linkerstijgbeugel en je rechterbeen erover heen zwaaien. Eigenlijk net als bij fietsen alleen net ietsjes anders.

059-Ko-on-a-horse

Gelukkig zijn het hele rustige paarden. Dus het gaat “perfect”. Daarna is het wachten op de anderen, voordat we op weg gaan. Marja komt direct achter de gids te rijden en ik daarachter. De rest volgt. Al gauw zijn onze gids, Brandy (of Brendy, dat kon ik niet horen), en Marja druk met elkaar in gesprek. Ja wat wil je, twee meiden die gek zijn op paarden en er veel van afweten.
Het is even wennen hoe je moet zitten, maar het went eigenlijk al snel. Het pad dat we volgen is aardig steil, rotsig en bochtig. Maar de paarden weten hun weg te vinden, dus we hoeven ze niet veel te sturen. Af en toe, als ze een beetje wegglijden over de rotsen, of een diepere stap moeten doen is het wel even oppassen. Maar op een gegeven moment begin ik me al een aardige cowboy te voelen. Teugel in een hand, andere hand op de dij en rijden maar. Ik realiseer me natuurlijk dat wat we doen nog niks met paardrijden te maken heeft. Alhoewel een eindje verderop wordt het interessant. We zijn al aan de terugweg bezig naar beneden als Marja ineens- denkt ze – een rode kat ziet. Maar bij de receptie van de campground lag een foto van een bobcat die een keer op de campground was gesignaleerd. Is het dat dan misschien. Maar dan ziet ze ineens de kwastjes op zijn (wat even later een haar blijkt te zijn) oren. Dus is het een lynx. Marja stopt haar paard. Ze weet hoe dat moet, wurmt haar camera uit haar tas en probeert een paar foto;s te maken. Dan ineens zien we drie koppies van jonge lynxjes boven een rots uitsteken. Geweldig gewoon. Marja heeft er een paar leuke foto’s van kunnen maken.

058-linx

Brandy (of Brendy) vindt het ook geweldig, kijkt op haar horloge (hoe lang hebben we nog) en vraagt dan ineens aan de groep of we ze van dichter bij willen bekijken. Natuurlijk wil iedereen dat. Maar we realiseren ons niet dat ze daarmee bedoelt, dat we van het pad afgaan, eerst een steile helling moeten afdalen om dan aan de andere kant weer een redelijk steile helling moesten beklimmen. Toen begon het ineens wel op paardrijden te lijken. Moest je bij het afdalen zwaar achterover hangen en bij het beklimmen voorover in de beugels en het paard aanmoedigen om door te gaan. Net echt. Boven aangekomen hebben we inderdaad nog een paar glimpsen van de beestjes opgevangen en heeft Marja nog een paar foto’s kunnen maken. Dat valt natuurlijk zittend op een paard niet echt mee. Na dit avontuur dalen we af naar de weg en begeven ons terug naar de stable.
Dit was echt genieten en we zullen zeker de volgende keer dat we in Amerika zijn weer ergens gaan paardrijden. Want dat is best wel bijzonder.

De rest van de dag valt bij dit paardrijden natuurlijk in het niet. We gaan ‘s-avonds in Estes Park wat eten, komen dan in onze 4e bui terecht, met wat stgormachtige wind erbij. Maar ook deze bui is weer zo voorbij. Voordat we in een restaurantje belanden lopen we nog een zaakje binnen waar ze ook van die Painted-Pony paardjes verkopen. En daar staan wel weer een paar mooie exemplaren tussen. We besluiten er nog eentje te kopen.
Bij het restaurantje aangekomen dat we op het oog hadden, zien we dat het er binnen aardig uitziet. Dus stappen we naar binnen. Je wordt dan vervolgens door in dit geval een dame naar je plek gebracht. Dus wij verwachten dat ze direct na de ingang naar rechts zou gaan. Maar ze loopt een heel eind voor ons uit en we komen op een soort binnenplaats, waar ook wat tafeltjes staan. Het zal toch niet waar zijn. Nee gelukkig, ze loopt door een volgende ruimte in. Maar dan wordt het alleen maar erger. Dit lijkt een soort kantine met van die tafeltjes die je bij ons soms in cafetaria of friettenten aantreft. De dame die ons daar wilde neerplanten ziet aan onze reactie dat we daar niet gelukkig mee zijn en ik zeg tegen haar of het ook mogelijk is aan de voorkant, waar we onze keuze op bepaald hebben, een plek te krijgen.
Maar natuurlijk kan dat (??). Vraag je je toch af waarom ze je uberhaupt eerst daar naartoe brengen. Misschien was het aan ons te zien dat we touristen waren en dachten ze ons daar te kunnen droppen. Daar kwamen ze toch bedrogen uit.
Het eten was verder redelijk, overigens zonder tot amerikaanse proporties te komen, maar het was goed te eten.

Terug op de campground hebben we nog een toetje genomen (ijs). De ijskast moet zo langzamerhand ook leeg. En nu zit ik aan wat één van de laatste stukjes van deze vakantie wordt te schrijven. Nog een paar dagen en dan zit het er weer op.

maandag 3 oktober 2011

Trail Ridge Road vs Moki Dug way

Ik heb toch geschreven dat de Moki Dug way de spannendste weg was die we tot nu toe gereden hebben. Ik kom daar toch een beetje op terug. Maar dat later.

Vandaag rijden we van Steamboat springs naar het Rocky Mountain National Park. We gaan 2 nachten staan op het Morene Park campground, waar we vorig jaar ook een nacht hebben gestaan.
De weg die we rijden is jammer genoeg een beetje druk. Ik moet regelmatig even aan de kant om een rijtje snellere auto’s even te laten passeren. Daar hebben ze hier de turn-outs voor. En vandaag voor het eerst meegemaakt dat een Amerikaan dan toch wat geirriteerd raakt als hij achter een langzamer voertuig komt te rijden. Meestal gaat men er gemoedelijk een eindje achter rijden en wacht men rustig af tot er mogelijkheid tot passeren is of dat je aan de kant gaat. Maar goed: de weg van vandaag voert ons langs de schitterende herfstkleuren van de Rocky Mountains. Bijna letterlijk om stil van te worden en moeilijk om te beschrijven. Al die kleuren die op je af komen, van groen, donkergroen, geel, donkergeel, geel-rood, lichtgeel en meertjes er tussen door. Je moet het gezien hebben.
Onderweg zijn we ook nog steeds op zoek naar een pompstation die ook propane voor ons heeft. De koelkast en de verwarming draaien namelijk op gas en die tank is nu nog maar half vol. Nou hebben we niet zoveel dagen meer (terwijl ik naar de hoge tonen van een Elk zit te luisteren), maar het zou toch vervelend zijn als je zonder kwam te zitten. Maar het zit niet mee. Bij de campground waar we vanochtend wegreden hadden ze het wel, maar was er niemand die met het tanken kon helpen (want dat mag je niet zelf) en bij een ander tankstation waren ze “out of”. Morgen maar even in Estes Park kijken.

052-herfst055-herfst

En dan komen we bij de Trail Ridge Road. De weg die tot 3700 meter hoog gaat. Het eerste stuk valt nog wel mee, nog niet zo stijl en aan weerszijden nog redelijk vlak. Maar hoger zijn er stukken waar voor de winter al stokken langs de weg staan om aan te geven waar de weg is als er veel sneeuw ligt. En die stokken komen soms boven de camper uit. Maar dat zijn ook stukken, waar je aan de rechterkant van de camper langs hellingen naar beneden kijkt, die nog net niet loodrecht zijn, maar toch zo steil dat als je daar afrijdt je wel een paar keer over de kop zal gaan. Niet goed voor je. En, anders dan bij de Moki Dug way staan hier alleen maar die palen (5-6cm doorsnee) langs de weg. Nou die houden je echt niet tegen. Je probeert dus zover mogelijk naar het midden te rijden en zover mogelijk van het randje. Maar omdat het nogal druk is (en dat is een understatement) valt dat niet altijd mee. 
En wat ook anders is, is dat de Moki Dug way maar een mijl of 5 is. Deze Trail Ridge Road is misschien wel 30-40 mijl lang. Er komt dan ook best wel een gevoel van opluchting als je in de gaten krijgt dat je weer een beetje “onderaan” bent aangekomen.

053-trail-ridge-road

Zoals ik net al zei was het nogal druk. Nou, het was bijzonder druk daar op die Trail Ridge Road. Het was af en toe bijna filerijden. En de parkeerplekken en bij het visitor-center stond het werkelijk barstens vol. Echt niet normaal.
Maar wat helemaal bizar is, is wat we zagen toen we aan de kant van onze campground beneden aankwamen. Daar zitten namelijk die Elks die elk (:)) jaar daar in de bronsttijd hun strijd komen uitvechten voor de vrouwtjes. En het was op deze zondag kennelijk Elk-kijk-dag. Want op een bepaalde plek waren een aantal Elks gespot en daar stond het werkelijk stampend vol.


En ondanks de waarschuwingen om wildlife niet te benaderen, waren er heel veel mensen het veld in gelopen om dichter bij te komen. Nou zijn die Elks kennelijk wel wat gewend, want die trokken zich echt nergens iets van aan. Ook al worden ze aan alle kanten door mensen omringd, ze blijven gewoon doorgaan waar ze mee bezig zijn. Maar we konden er dus op een bepaald moment gewoon even niet door.
Ik hoop dat het de komende dagen toch wel een beetje rustiger wordt, want op deze manier is wildlife spotten niet echt leuk meer. Dan wordt het bijna een soort open zoo-gebeuren.

051-elks

Vanavond maar weer eens een steak gebbqued met wat baked beans erbij. Lekker hoor. En daarna weer ff lekker fikkie gestookt. Maar het begint hier toch aardig af te koelen. Dus toen het vuurtje een beetje lag begon te worden, toch maar snel geblust en naar binnen, waar de temperatuur aangenamer is. En voor vannacht de heater maar aangezet, want stel je voor dat het gaat vriezen.
Overigens dachten we dat onze plek een geweldige plek was om Elks te zien. Aan een weide waarop je zou mogen verwachten dat een kudde Elks zich tegoed zou doen aan het gras daar. Welgeteld twee Elks hebben we gezien. En dat waren dan twee jonge mannetjes, die uit de groep zijn geknikkerd en het zelf moeten zien te rooien. Wel klinken steeds de kreten van de grote jongens vanaf de andere kant van de campground. En we horen ook coyotes huilen. Nu nog het gegrom van een beer erbij en het plaatje is compleet.
Misschien dat we morgen bij het wakker worden een kudde voor onze camper zien grazen.

Morgen dus even naar Estes Park en dan nog een paar dagen en dan zit het er weer op.
Maar voor die tijd nog een paar dagverslagen.

054-meer

zaterdag 1 oktober 2011

Op naar de Rockies

Frisjes vanochtend. Een stevig koel briesje blaast om de camper als we alles ontkoppelen en invouwen en in de camper wegstouwen. Nog even een blik op de bergen aan de overkant of we misschien toch nog Big Horns zien. Maar nee hoor, bad luck.

Voordat we goed aan de rit van vandaag beginnen eerst nog even tanken. Tom-Tom heeft gelijk al andere ideeën bij de route als wij . Maar zoals wel vaker zijn we eigenwijs en bepalen zelf welke kant we uitgaan.  Als we wegrijden bij het tankstation, geeft Tom-Tom zich deze keer snel gewonnen en stuurt ons nu wel de goeie kant op (soms is het net een mens).

Het eerste stuk gaat weer over de I70, nog steeds langs en een paar keer over de Colorado-rivier. Maar de omgeving begint toch al wat te veranderen. Dat heeft zich gister al ingezet, doordat rode rotsen vervangen werden door grijze dooraderde rotsen. Nu begint er langzamerhand ook wat meer groen zichtbaar te worden. Het blijven wel schitterende vergezichten als we soms over grote vlaktes kunnen uitkijken.
Na een kleine 40 mijl verlaten we de grote weg en slaan links af. We komen dan op een weg waar op de kaart niet de aanduiding scenic-byway staat aangegeven, maar er is niks mis mee. De herfstkleuren beginnen zich hier ook al weer aan te dienen en het is eigenlijk best een mooie weg.
Je merkt hier ook het verschil tussen het gebied wat we achter ons gelaten hebben en het gebied dat we nu inrijden. Urah (met name) is vooral een omgeving met grote, indrukwekkende rotsmassieven en diep uitgesleten canyons. Soms bijna intimiderend, zo ruig en ruw. Het gebied dat we nu inrijden oogt veel rustiger, ondanks dat het – zeker nu met de herfstkleuren – ook heel erg kleurrijk is.

049-herfst

En wat opvalt is dat we hier al vrij snel meer wild-life gezien hebben dat de hele drie voorgaande weken. Jammer genoeg zijn daar ook een aantal dode herten, een dode das en een paar dode wasberen bij. Maar we spotten onze eerste Elks van dit jaar (overigens met in de buurt een aantal jagers, maar die gaan gelukkig een andere kant uit) en ook weer een kudde Pronghorns (ook een soort herten met van die gedraaide geweien/hoorns). En we zien een paar bald-eagles vliegen. Hèt visitekaartje van de USA. Jammer genoeg net iets te ver weg om een echt scherpe foto van te maken, maar toch redelijk duidelijk zichtbaar dat het om deze vogels gaat.
Na deze keer zo’n kleine 80 mijl gaan we rechsaf een weg op die wel het predicaat scenic-byway mag dragen. Maar wij zien het verschil met de vorige weg niet. Ook hier staat ergens langs de weg een gigantisch gebouw van de mijn-industrie. Wat ze mijnen weten we niet.
En we hebben zelfs het idee dat de eerste weg misschien wel meer scenic was dan deze.
Neemt niet weg dat deze ook mooi is.

050-pronghorns

Als we dichter bij onze bestemming komen zien we nu aan alle kanten zo’n beetje dreigende bewolking hangen en bij sommige wolken kunnen we zien dat het daaruit regent. Maar het lijkt erop, dat we er toch weer een beetje omheen rijden. Want we blijven voortdurende in het zonnetje rijden.
Als we in onze plaats van bestemming (Steamboat springs) aankomen, rijden we langs een campground die er wel aardig uitziet. Maar Tom-Tom laat ons nog doorrijden, totdat hij uiteindelijk ergens een beetje midden op een kruispunt zegt: bestemming bereikt. Je begrijpt: in geen velden of wegen een campground te zien. We besluiten een stukje door te rijden om te zien of er nog een campground te vinden is. Maar die vinden we niet. Dus keren we en rijden we terug naar de campground die we zagen en die later ook gewoon de campground blijkt te zijn, waarvan Marja het adres had ingegeven in de Tom-Tom.
Er is niemand in het kantoortje aanwezig en we schrijven ons in via voorgeschreven formulieren, waarop al is aangegeven welke plaatsen er nog vrij zijn. We kiezen er een uit en gaan even zitten uitpuffen.
Tegen kwart over twee besluiten we nog even Steamboat Springs in te rijden, want het zag er best wel als een leuk plaatsje uit.

Als we door het plaatsje lopen komen we in een winkel waar onze Painted-Pony’s staan. Er staan deze keer weer een paar mooie tussen. Maar we besluiten nog even door te lopen, wie weet treffen we nog meer winkeltjes met deze paardjes. Maar het blijkt de enige winkel te zijn die we tegenkomen. Likkend en knabbelend aan een ijsje gaan we weer terug naar het winkeltje en koop ik een mooi exemplaar. Die komt naast de eerste te staan. Alleen nog even een mooi plekje verzinnen.
Daarna weer terug naar de camper. Dan slaat de schrik ons even om het hart. We zijn – zonder het te weten – iets te ver doorgelopen en zien onze camper niet staan op de plek waar we hem dachten aan te treffen. Marja zegt nog gekscherend, dat ie weggesleept is, maar daar moet je toch niet aan denken. Maar gelukkig, even een stukje teruggelopen, en daar staat ie toch.

Terug op de campground installeren we alles weer en doen we even rustig aan. Later lopen we nog even een rondje over de campground, frissen we ons nog wat op en eten een bord met macaroni-cheese met smac-blokjes erdoorheen. Eenvoudig maar wel lekker.

Het is hier al wel een stuk afgekoeld zo tegen de avond, dus dat wordt vanavond binnenzitten. Nou ja ik moet toch dit stukje nog even tikken, dus dat komt goed uit.

048-huis